Akte huwelijkse voorwaarden Gerard Adolph Bentinck en Lucretia Catharina van Camont. Getekend, met 3 zegels o.m. van Everhard Bentinck.
Akte huwelijkse voorwaarden Gerard Adolph Bentinck en Lucretia Catharina van Camont. Getekend, met 3 zegels o.m. van Everhard Bentinck.
[...] Hoe dan ook, enkele maanden na het kerkelijk huwelijk werd Adriaan Willem geboren, vernoemd naar de vader van Lucretia. Die was, ondanks de vernoeming, nog niet genezen van zijn woede. De zaak liep hoog op en de voorwaarden die Adriaen van Camont de Bentincks voorlegde waren niet mis. Het Huis met alles wat daarbij hoorde, de erven, de roerende goederen, het vee, alles moest aan Gerard Adolph worden toegewezen. Dat moest Everhard maar met zijn oudste zoon Herman Hendrik regelen, anders konden de Bentincks naar de erfenis van Lucretia fluiten. Bovenal wilde Adriaen zekerheid dat de bezittingen bij de nazaten van Gerard Adolph en Lucretia zouden blijven. [...]
[...] Everhards oudste zoon Herman Hendrik had geen kinderen. Hij woonde met zijn vrouw Josine van Ascheberg op de door hem gepachte Rittersitze Stovern, een groot en mooi goed bij Salzbergen in het bisdom Münster. Herman Hendrik nam als beoogd opvolger van Everhard deel aan de markevergaderingen en hij maakte de toenemende invloed van Twickel en de kleerscheuren die de familie daardoor opliep dus van nabij mee. Het bestaan in het bisdom moet hem aanzienlijk rustiger en zekerder zijn voorgekomen. Hoe het ook zij, hij kwam met zijn vader overeen dat het Huis onder bepaalde voorwaarden aan zijn jongere broer Gerard Adolph zou worden toegewezen. De uiteindelijke regeling hield in dat hij afstand deed van zijn eerstgeboorterecht tegenover een vergoeding van 19.000 gulden. Dat bedrag was afkomstig van een aan Gerard Adolph te betalen voorschot van Adriaen van Camont op de erfrechten van Lucretia. Maar Gerard Adolph zou niets hoeven te betalen. Herman Hendrik volstond met een schuldbekentenis voor dat bedrag, die pas in werking zou treden als het Huis door vererving of verkoop zou dreigen toe te vallen aan anderen dan de directe afstammelingen van Gerard Adolph en Lucretia van Camont. [...]
[...] Op 23 juli 1649 kwam dan toch een maagscheiding of erfenisverdeling tussen de kinderen van Everhard Bentinck en Euphemia van der Marck tot stand, waarin alle door Adriaen van Camont geëiste regelingen waren opgenomen. Nu kon eindelijk het officiële huwelijkscontract worden opgemaakt; op 2 september werd het getekend. De hillixmannen (huwelijksmannen) of getuigen van Gerard Adolph waren zijn broer Herman Hendrik, zijn zwager Antonis Broersma en zijn ooms Johan Bentinck en Edzar van der Marck. Voor Lucretia tekenden haar broer Willem François, haar zwager Joost de Wael, haar oom Rudolph Grauwaert en Rudolph van Steenwijck, ‘Commandeur tot Zwoll’. Als bewijs dat ‘alle dese hilicx voorwaerden aldus bij onsen willen geschiet (...) sijn’ werd de akte ook door Everhard Bentinck en Adriaen van Camont getekend en van een zegel voorzien. [...]
In den Naeme van de heylige Dryvuldichheyt. Amen
Wij, Herman Hendrick Bentinck Antonis Broersma Johan Bentinck Erfgeseten tot Hagen ende Edsart van der Marck erfgeseten tot Everlo ter eene, Willem Francois van Camont Heere tot Vueren Joost de Wael Heere van Vroonestein, Rudolph Grauwaert Heere van Weerdestein ende Rudolph van Steenwijck erfgeseten tot Bouckenhave Commandeur tot Zwoll ter andere sijden. Doen condt ende kennelyck dat wij als naeste vrunden verwanten, en respective versochte hilicx mannen ter Ehren Godts ende tot vermeerderinge van vruntschap, gesloten hebben een wettelyck huwelijck tusschen Jo.r Gerard Adolph Bentinck tot Brekelencamp toecommende Brudegom ende Juff. Lucretia Catharina van Camont tweede dochter van Jo.r Adriaen van Camont tot Nieuwenstein Heere van Walcourt, toecommende Bruyt: Onder conditien ende voorwaerden, dat den voorn.)* Jo.r Everard Bentinck des brudegoms vaeder tot advanchement, ende subsidie van desen huwelick by het aenvangen vant selve, metten voorn. Jo.r Gerard Adolph synen Sone effectivelijck ende erffelijck geven sal (: gelijck syn Ed. van nu afaen ende nu voor alsdan is gevende; met belofte van naerder overgifte des versocht zijnde als oock met last ende versoeck om aenstonts naer de solemnisatie vant huwelijck hierop te versoecken ende te verleenen briefven van jurestiture in forma) syne havesate den Brekelencamp, met allen ap, ende dependentien, gerechticheden, ende immuniteijten, getimmer, olde ende nieuw, visscherijen, holtgewasch ende plantagien, mitsg. alle omliggende erfven, groene, ende hooge landen, soo leene als eijgen, van gelijcken oock alle de goederen in Oostvrieslant, aen Jo.r Gerard Adolph by der selver olderlycke dispositie voor desen tot sijne filiale portie toegeleijt. Waerenboven den voorn. Jo.r Herman Hendrick Bentinck ende Vrouwe Josina van Asschenbergh echteluiden uijt groote genegentheijt tot Jo.r Gerard Adolph haeren broeder ende goede consideratien, tot onderstant van desen huwelijck aen den Brudegom cederen ende overgeven sullen, gelijck haere Ed.en van nu af aen cederen ende overgeven bij desen alle haer recht totte primogeniture ende filiale portie, in vaderlijcke, ende moederlycke erffenisse volgens Maegscheijt ende conditien daerinne geinfereert ende tusschen die broeders ende susters opgericht in date den 23en Julij 1649 renuncierende tot dien eijnde alle exceptien defentien ende weeren van rechten voornamelijck L. Si unquam C. de revocant. Donat. Noch belooft Jo.r Everhard Bentinck des Brudegoms vaeder sijne huijsholdinge ten Brekelencamp, mitsg.rs alle meubelen des huijs peerden, bestialen, ende vee ende anders te cederen, ende volcommentlijck af te staen ten behoeve van de conthoralen, soo haest het huwelijck sal wesen gesolemniseert. Gelijck dan noch meergem. Jo.r Everard Bentinck verclaert alle voorschr: donatien oft giften, ende renuntiatien van het recht van primogeniture, bij sijn Ed.en als vader ende Jo.r Herman Hendrick Bentinck als oudste soon respective ten behoeve van Jo.r Gerard Adolph toecommende Brudegom gedaen te sijn met communicatie, believen ende goet vinden van sijne t samentlijcke kinderen daer over tusschen deselve een bundich maegscheijt is opgericht, en aen de naeste vrunden van de Bruijt voor t aengaen vant huwelijck geexhibeert. Soo sal oock de Bruijt tot een morgengave hebben te genieten de somme van dusent daler ad dertich stuijvers het stuck, ende sullen die tot haeren contentement worden overantwoort Waertegens Jo.r Adriaen van Camont voornt ende Vrouw Christina Maria van Ittersum met Jouff. Lucretia Carharina van Camont haere dochter tot subsidie van desen huwelijck mede geven effectievelijck de somme van acht hondert guldens jaerlicx ad twintich stuijvers het stuck naer breeder inhout van seeckere besegelde acte den Conthoralen overgelevert, die van sulcken weerde sal wesen ende effecte moeten sorteren, gelijck of den inhout van dien hierinne waere geinfereert. Ingevalle oock Jouff. Lucretia Catharina van Camont voor vaeder, ofte moeder ofte voor een van beiden quame te overlijden soo sullen haere kinderen bij recht van representatie erfven gelijck of haer moeder noch in leven waer. Voorts sullen de goederen respectivelijck ten huwelijck aengebracht, ende die iemant staender Ehe noch mochten ancommen mitsg.rs de cleideren ende cleinodien ende alles anders t gene tot ieder des Conthoralen lijve of particulier gebruijck was gedestineert, van gelijcken silverwerck ende linnen bij aflijvicheijt van een der Conthoralen, het zij daer geboorte nagelaten worde oft geen altyt blijven aende sijde oft lynie daer van die gecommen sijn. Van gelijcken sullen doen de goederen, die na aflijvicheijt van een der Conthoralen op de kinderen sullen commen te erfven. Ende of iemant van de kinderen na aflijvicheijt van vaeder of moeder quame te overlijden sonder echte geboorte na te laeten soo sal het goet vant afgestorven kint commen, ende succederen op de andere kinderen en kintskinderen bij representatie tot het leste toe ende het laeste mede overlijdende sonder geboorte na te laeten wederom devolueren aen sijde van vader oft moeder, daar het van daen gecommen is sonder dat de lancxtlevende vader of moeder legitime oft tribellianique (?) sal mogen pretenderen winst ende verlos altijt half en half. Zijn mede voorwaerden dat indien Jouff. Lucretia Catharina van Camont quame te overlijden, kint, of kinderen nalatende ende Jo.r Gerard Adolph sich totten tweeden Ehestant mochte begeven, dat in sulcken val den soon vant eerste bedde terlester doot voor sijn prerogatijf sal genieten de havesate Brekelencamp met sijn ancleven ende omliggende erfven ende goederen die tot andere afgelegen erfven, niet particulierlijck en behooren, oft worden gebruijct. Van gelijcke sal oock de oudste dochter vant eerste bedde alle deselve goederen genieten, indien geene soone vant tweede bedde voor handen waer Sunst anders sullen de soonen van tweede bed preferabel sijn voor de dochters vant eerste bed, mits dat den derden voet van goederen voornt. aende dochters vant eerste bedde sal blijvenende worden overantwoort. Indien oock naer de conformatie van desen huwelijck, den voorsz. Jo.r Gerard Adolph voor Jouff. Lucretia Catharina quame te overlijden kint of kinderen nalaten, soo sal deselve als moeder blijfven vooghdesse van haere kinderen, oock in possessie en gebruijck van alle goederen des boedels bij haeren Eheman ontruijmt, sonder in eenige rekeninge, oft reliqua gehouden te sijn, mits haere kinderen opvoedende, ende onderhoudende na staet en gelegentheijt gelijck een goede moeder toestaet ende dit soo lange sij in den weduwen staet blijft ende haere kinderen minderiaerich sijn; maer commen te hertrouwen oft de kinderen tot haere mundige dagen, oft in apparentie van huwelijck tot contentement der vrunden, soo sal sij gehouden sijn de havesate, ende vaderlijcke goederen te ontruijmen en af te staen genietende voortaen jaerlicx ter rechter Duwarie haer leven lanck gedurende uijt des overledens gereetste goederen vijf hondert Caroli guldens, die men haer tot haeren genoegen sal moeten anwijsen voor ende aleer sij de ontruijminge sal hebben te doen oft eenige goederen te verlaten. Ende ingevalle Jouff. Lucretia voornt de eerste quame te overlijden, soo sal Jo.r Gerard Adolph in cas van kinderen blijven van gelijcken voocht en op gelijcke conditien als hier vooren van Jouff. Lucretia is geseijt, genietende daer na jaerlicx tot doewarie drij hondert Caroli guldens die men hem van gelijcken tot sijn genoegen sal hebben aen te wijsen, uijt der overledene gereetste goederen. Ende in cas van geen kinderen sullen de goederen wederom vallen en keeren aen de side daer heergecommen sijn, genieten respective de lancxtlevende sijne duwarie als vooren. Alle welcke pointen en conditien, mitsg.rs oock al sulcke voordere voorwaerden ende belooften als in de geroerde besegelde acte begrepen sijn de voorsz. Contrahenten en Assistenten voor soo veel elcx respectivelijck aengaet belooft hebben en beloven mits desen ter goeder trouwen, ende sinceerlijck ten wedersijden te voldoen ende na te commen sonder daer tegens iets te doen directelijck oft indirectelijck. Renuntieren tot dien eijnde, alle rechten exceptien benefitien en gatien daertegens eenichsints strijdende, ende namenlijck den rechten disponeren dat generale renuntiatie, sonder voorgaen speciale van geene weerde sij, ende op dat dit stede vast blijfve, soo hebben wij hilicx vrunden voornt, ten versoecke van partijen desen brief geteickent en onse segelen daer aen gedaen. Ende want wij Everard Bentinck, Adriaen van Camont, en Christina Maria van Ittersum belijen ende bekennen alle dese hilicx voorwaerden aldus bij onsen willen geschiet te sijn soo hebben wij mede onse segelen aen desen brief gedaen en dien beteickent. Op den tweeden S.ber duijsent ses hondert negen en veertich.
A. Broersma E. van der Marck W.F. van Camont Joost de Wael van Vronesteyn
(met zegel)
R. Grauwerst Everhardt Bentinck Adrian van Camont
(met zegel) (met zegel) (met zegel)
)* Everhard Bentinck is niet eerder genoemd in de akte